.

.

zaterdag 7 juni 2014

Water en bodemleven.


Wormen.

Toen ik in de vallei achter ons huis de grond omspitte, viel het me op dat ik geen wormen tegen kwam. Wormen staan, wat ons betreft voor bodemactiviteit. En bodemactiviteit staat voor bodemvruchtbaarheid. Dus wanneer je geen wormen vindt is dat een leermoment.

Toen wij onze eerste compost maakten waren daarin ook geen wormen te vinden. Dit vonden we heel normaal, want er is gedurende ons gesloten composteringsproces weinig mogelijkheid voor wormen om te groeien.

Na onze slechte ervaringen met de grond rond ons huis, telen we onze groente in potten, in compost alleen. Met misschien een beetje minerale steenstof, of wat gezeefde aarde. Na dit een aantal jaren te hebben gedaan vinden we nu wel wormen in de potten. We vinden er soms hele nesten met pas uitgekomen wormen. En we hebben ook een idee waar ze vandaan komen...

Want, al een paar seizoenen telen we groenten, met compost, in een grote plantenbak naast ons huis. Deze heeft gemetselde muurtjes, die in feite gewoon op de grond staan. De bodem van de bak bestaat voornamelijk uit de stevige rotsgrond, waarop ook ons huis staat. Daarmee is er wel contact met de bodem, wat niet het geval is met de potten.

Bij het leeghalen van deze bak vonden we dit voorjaar legio wormen. We hebben ze er niet ingestopt. Ze zijn er op een andere manier in terecht gekomen. Dat kan feitelijk maar op één manier. Via de bodem, aangetrokken door de vochtige en vruchtbare compost in de bak. Dit is onze enige verklaring.

Omdat we alle gebruikte compost weer hergebruiken, komen deze wormen ook in de potten terecht. Dit geeft het 'los van de grond' telen een extra dimensie. Is organische landbouw ook op deze manier mogelijk?

In onze compost wemelt het nu van het leven. We zien pissebedden (de oprol pissebed, of Armadillidium vulgare) en wormen. Er wonen kikkers in onze potten en we hebben een pad als tuinvriend.

Stella's prins... :)


Organische stof.

Een richtgetal van 5% organische stof in de bodem is normaal in de organische landbouw. Grond moet ook nog enig draagvermogen hebben. Anders kan je het niet goed bewerken, er niet over heen lopen, laat staan rijden. Bij een minder intensieve mechanisatie kan het organische stof gehalte hoger zijn. Op de foto een schaal met gezeefde grond en compost, waarmee het percentage van 5% inzichtelijk is gemaakt.


Algemeen neemt men aan, dat goede grond bestaat uit ongeveer 45 % zand+leem+klei, 50% poriën en uit 5% organische stof. 
Professor William A. Albrecht (1880-1974), agronomist, heeft veel gepubliceerd over onze bodem en tevens over het toenemende verlies aan organisch materiaal. Hij zegt in zijn in 1938 gepubliceerd artikel 'Loss of Soil Organic Matter and Its Restoration': "Organische stof zorgt dus voor het leven van de bodem in de strikte zin."

Overal goed voor.

We kunnen heel goed telen in potten met alleen compost en gebruiken het als potgrond. Onze compost van grassen en kruiden heeft wel een bemestende waarde, maar deze is in het geheel niet vergelijkbaar met mest, en vooral niet met oude verteerde mest. Hendrik gebruikt met opzet niet veel mest in zijn compoststarter. Wat hij uit de mest wil gebruiken zijn de bacteriën. De bemestende waarde vindt hij niet zo belangrijk. Wat onze compost wel heeft is een hoog organisch stof gehalte en een heel goed water vasthoudend vermogen. Daarmee is het heel goed bruikbaar als potgrond en uiteraard ook als grondverbeteraar. Onze rode Portugese kleiachtige leisteengrond heeft onze compost hard nodig. Dan komen de wormen vanzelf. Na een paar teelten wemelt de grond van leven.

We werkten compost door de bovenlaag van de grond.
De vele steentjes in de grond zijn nog goed zichtbaar.

Water.

Het water vasthoudend vermogen van onze compost blijkt inmiddels dicht in de buurt van het vermogen van veen te komen. We hebben, na een aantal maanden dit vermogen kunnen meten met dezelfde proef, waar we in ons bericht 'Getallen en wat er achter zit' al eens aan refereerden. Nu is de proef compleet:

We deden (rond de datum 15 februari 2014) verse compost (zo uit de big bag) in een emmer (15 liter) en wogen het: 13.900 gram.
Na ca. 3 maanden drogen (op 17 mei 2014) wogen we het weer: 2.873 gram.
Rest ons 11.027 gram verdampt water. Dit wil zeggen dat de compost 490% water heeft vastgehouden.

Ter vergelijking:
Tuinturf (donker bruin) houdt tot 400% water vast.
Turfstrooisel (licht bruin) houdt tot 800% water vast.
Uit: 'Bemestingsleer in de Tuinbouw', ir. H.W van Pol, Educa boek ISBN 90 11 010604.

In tegenstelling tot turf neemt de kurkdroge compost wel weer direct water op.
We deden deze droge compost weer in een emmer en goten er langzaam een hele gieter water bij. De compost zoog het water direct op. Op de foto's is te zien dat het water niet over de rand loopt en dat de compost niet omhoog komt. Het blijft mooi op de bodem van de emmer liggen.


*

Stella.


Geen opmerkingen: