.

.

zondag 8 mei 2016

De methode Krantz.

Stalmest

Op dit blog refereren we menigmaal aan de methode Krantz, die in feite een methode is geweest om verse stalmest te conserveren. Wij hebben de kerngedachte uit deze methode genomen en die toegepast op de compostering van wilde grassen en kruiden.


Microbioloog

De literatuur die we gebruikten is die van microbioloog Dr. Ir. F.C. Gerretsen en in het bijzonder zijn onderzoeksrapport 'Bodem bacteriologie in dienst van land- en tuinbouw', dat in Nederland in 1939 werd uitgegeven door het Departement van Economische Zaken. Dr. Gerretsen was toen directeur van de microbiologische afdeling van het rijkslandbouwproefstation in Groningen.
Toen Hendrik in 1985 met Dr. Gerretsen sprak trof hij een verbitterd man aan. Een man die zich miskend en verguisd wist. Hij voelde er niets voor om op onze vragen in te gaan.
Dit schetst wel de omstandigheid waarin microbiologen in die tijd verkeerden. Gerretsen was een van die onderzoekers die hun leven hadden gewijd aan het vinden van de waarheid achter de dingen. Zijn levenswerk was miskend geworden en vervangen door de toen geldende economische norm.

Het landbouw areaal in Nederland was inmiddels verkaveld. Over grootschaligheid werd hoog opgegeven en het gebruik van kunstmest en pesticiden zouden de landbouw op een hoger niveau tillen. Op Europees beleidsniveau vormden landbouwsubsidies de motor van deze nieuwe ontwikkeling. Een ieder 'wel denkend mens' diende het nieuwe 'vooruitstrevende' beleid te steunen. In dit milieu was geen plaats voor de microbiologie van de bodem, welke geheel zou worden vervangen door bemestingsberekeningen en opbrengsten per hectare.

Bedrijfsaanzet

In de loop van 1974-1994 hielden wij ons bezig met de compostering van de grassen van natuurterreinen en bermen; op basis van de microbiologische kennis, waarmee Gerretsen ons in zijn rapport bekend maakte.
We zochten naar een goede oplossing om wilde grassen te kunnen composteren. En vonden middels Gerretsen een begin van een oplossing in de zogeheten 'koude mest bereiding' en ook in de methode Krantz, de bereiding van 'Edel Mest'. Op dat moment was oude kennis voor ons nieuwe kennis. Wij koesterden geen vooroordelen. Onze belangen waren niet specifieker dan die voor de opbouw van een goed werkend composteerbedrijf.


Terug naar 1939.

De mestvaalt... Een smeerboel. Een berg afval waar al het overige afval van de boerderij terecht kwam. Bij regen spoelden voedingsstoffen uit, bij mooi weer begon de boel te stinken. Dit was de situatie op veel boerenbedrijven. Voor de mestbereiding was nauwelijks aandacht. Dit kwam mede door de sociale omstandigheid, aldus door gebrek aan kennis en aandacht.

Dr. Gerretsen zegt het netjes, in de eerste regel onder het kopje 'Stalmestconservering': "Men heeft op velerlei wijzen getracht de bij de stalmestbereiding optredende verliezen te voorkomen."

Het binden van ammoniak in humus

Het is opmerkelijk te constateren dat een onderzoek dat aanvankelijk gericht was op het behoud van stikstof in de mest, bij ons heeft geleid tot de compostering van wilde grassen, waarbij wij in het geheel geen waarde hechtten aan het behoud van stikstof. Ons doel richte zich op het behoud van de organische stof. En toch zijn de processen waartoe het behoud van de organische stof en de omzetting naar humus het zelfde, als die bij de wens om stikstof in mest te willen behouden.
Dit alles hangt samen met het binden en vastleggen van ammoniak in humus. Waarmee feitelijk stikstof (nitraat, ofwel eiwit) in humus wordt vastgelegd.
Lees ook ons bericht: 'Microbiologie voor dummies'. Over wat er gebeurt tijdens de compostering.

Gerretsen zegt over een goed mest conserveringsresultaat:
"De organische stof moet zoo volledig mogelijk in humusachtige stoffen zijn overgevoerd en in ieder geval moeten de gemakkelijke ontleedbare bestandeelen, cellulose, hemicellulose e.d. grootendeels verdwenen zijn. Zoowel de donkerbruine kleur, als het feit, dat het stroo in dat geval zijn vastheid verloren heeft en gemakkelijk uit elkaar te trekken is, kan hier (...) als richtsnoer dienen."

En nu

En dit is wat wij zelf ook hebben ervaren. Zodra onze grascompost de big bag verlaat is het gemakkelijk uit elkaar te trekken. We steken het materiaal los en stapelen het luchtig op, om het verder af te laten rijpen. Het valt als vanzelf verder uit elkaar. Na een aantal weken is de compost geoxideerd (ofwel aan de buitenlucht gewend geraakt) en kunnen we het gebruiken. De activiteit van deze compost neemt verder toe door het te zeven (wat in feite beluchten is) en het in contact te brengen met grond en/of met oude gebruikte compost.


Enkele opmerking van Dr. Gerretsen

Onder het kopje 'De microbiologie van de mestbereiding' lezen we over verse stalmest:
"Naarmate de mest losser is gestapeld geworden en de lucht beter heeft kunnen toetreden zijn de verliezen groter. De koolstofverbindingen ontwijken tenslotte als koolzuur of methaan: uit een m3 stalmest zou tijdens de rijping volgens Löhnis 46 kg CO2 en 16,9 kg CH4 ontstaan, alzoo ongeveer 47 m3 gas gevormd worden, door andere onderzoekers zijn inderdaad hoeveelheden van 10-100 m3 gas gemeten, ontwijkend uit een enkele m3 mest."

En verderop lezen we over de mestvaalt:
"De enorme verliezen aan organische stof en stikstof worden voor een groot deel veroorzaakt door de veel te ruime luchttoetreding in de mesthoop. Dit heeft er toe geleid, naast constructieveranderingen andere, meer biologische veranderingen aan te brengen."

Dan over de zogeheten 'koude mest bereiding', die als een van de verbeteringen wordt aangeduid:
"Vermeldenswaard is de in Duitschland aanbevolen z.g.n. 'Würtenbergsche Dunglege', welke uit verschillende vakken bestaat, die achtereenvolgens worden gevuld en een volledige afsluiting van de mest toelaten. (...) Tevens wordt de mest onmiddellijk vast aangetrapt; men verkrijgt hierdoor, dat de luchttoetreding van den beginne af aan belemmerd is, de omzettingen verloopen anaerobe, langzamer en met beduidend minder verliezen aan organische stof. Teneinde een goede omzetting te bevorderen, moet men er tevens op letten, dat de mest voldoende vochtig is..."

Strikt genomen is de redenatie, die hier wordt gebruikt met betrekking tot een anaerobe mestverwerking, niet helemaal correct. Terecht wordt echter opgemerkt dat de luchttoetreding wordt belemmerd. Verder dan dit gaat dit proces ook niet. In onze post 'Zuurstofrijk en zuurstofarm' gaan we hier wat dieper op in.

En over 'edelmest' zegt Gerretsen:
"Omstreeks 1924 werd door den Duitschen landbouwkundige H. Krantz een wijze van mestbereiding ingevoerd, die aan verschillende microbiologische eischen, welke aan een goede mestbereiding te stellen zijn, recht doet wedervaren. Het principe, waarop deze methode berust is, de mest bij flinke luchttoetreding korte tijd te vergisten en daarna de omzetting zooveel mogelijk te remmen door de mest flink aan te trappen. Op deze wijze bereikt men een snelle omzetting van de gemakkelijk aantastbare C (koolstof) verbindingen. Tevens is de ammoniakverdamping tot een minimum teruggebracht. (...) Aangezien de nitrificerende bacteriën bij ongeveer 45ºC reeds afsterven, is de edelmest vrij van deze bacteriën. Dit heeft het voordeel, dat daardoor stikstofverliezen door denitrificatie van in de mest gevormd nitriet of nitraat niet kan optreden. Het voordeel van deze partieele sterilisatie gepaard met goede luchtafsluiting is, dat wanneer de mest eenmaal rijp is, er geen verdere omzettingen plaats hebben. De mestwaarde blijft maandenlang onveranderd, in tegenstelling met gewone stalmest, waarin de microbiologische afbraak doorgaat en waarvan de quantiteit zoowel als de qualiteit door langer bewaren achteruit gaan."

Wat hier stalmest conservering wordt genoemd noemen wij in feite compostering. Alles duidt er op dat hier mest wordt gecomposteerd. En zo hebben wij het in beginsel ook opgevat.


Meer of minder mest voor de compostering van grassen

Uiteraard bevat een berg gras of hooi geen uitwerpselen van dieren. Het grootste bestanddeel van mest zijn die uitwerpselen. Toch vinden de zelfde processen plaats bij onze compostering van wilde grassen.

Door een percentage dierlijke uitwerpselen aan wilde grassen toe te voegen kunnen we het proces van stalmest conservering, ofwel stalmest compostering gemakkelijk kopiëren. Dezelfde bacteriën zijn hier werkzaam. En dezelfde criteria voor luchttoetreding en C/N verhouding gelden ook hier.

In onze post 'Microbiologie voor dummies' refereerde Hendrik al aan het verschil in C/N tussen hooi van wilde grassen (C/N 19/1) en stro van granen (C/N 69/1). Omdat het C/N in wilde grassen meer nitraat laat zien, kunnen we volstaan met een lagere mestgift (dierlijke uitwerpselen), opdat het process niet zal verzuren. Met stro alleen zal dit moeilijker gaan. Hierbij zal meer mest nodig zijn.


Met de plaatselijk beschikbare middelen

Het resultaat van dit alles is, dat wij de complete bacterie poel uit de mest willen gebruiken, om de compostering te starten en aan te sturen. Hiertoe hebben we niet veel mest nodig.

Een maatschappelijk neven effect hiervan is, dat in mestarme gebieden tóch wilde planten, kruiden en grassen kunnen worden gecomposteerd. Ook hier kan zelfgeproduceerde compost de bouwvoor verbeteren. Meststoffen in welke vorm dan ook behoeven niet te worden aangevoerd, ofwel aangekocht. Het is heel goed mogelijk om met de plaatselijk beschikbare middelen tot een goede landbouw te komen!
Althans, technisch gezien...

*

Stella.




April 2015.

De methode - Evoluerend.

Op dit blog delen wij onze ervaringen met de compostering van wilde kruiden en grassen.

De bron van onze kennis ligt in de microbiologie van de bodem. En specifiek in twee oude Duitse methodes voor de compostering van stalmest.
De ene methode, de zogeheten 'Würtenbergsche Dunglege', noemt men 'koude mest bereiding', en een andere methode, daterend rond 1922, werd ontwikkeld door de Duitse landbouw ingenieur dr. H. Krantz, welke men 'edel mest' noemt.
In beide methodes begint het composteringsproces met een aerobe bacteriële activiteit, waarna, vervolgens in een tweede fase, een zuurstofarme bacteriële activiteit wordt geforceerd.
Middels de grondslagen van deze methodes bereiken wij goede resultaten met de compostering van kruiden en grassen. Wij maken op deze manier een goede actieve compost, waarin de aanwezige organische stof is behouden en in humus is vastgelegd.

De algemene, wijd verbreide, mening zegt dat materialen tijdens de compostering steeds weer moeten worden belucht, wanneer de broeitemperatuur oploopt. Met dit beluchten gaat veel organisch materiaal de lucht in, door omzetting in CO2. De zuurstof zorgt er voor dat organisch materiaal over gaat in ammonia dat vervolgens verdampt. Dit is jammer, omdat we al het organische materiaal goed kunnen gebruiken om in actieve humus om te zetten, om voldoende bodemactiviteit te genereren. Het is er, dus waarom zouden we er dan niet van profiteren.

We gebruiken mest als een compost starter en bovendien als een absoluut noodzakelijke bacteriebron, om te voorkomen dat het proces verzuurd naar melkzuur of boterzuur. Daartoe lossen we verse mest op in water (maken zo entvloeistof) en dompelen de materialen daarin, voorafgaande aan de daadwerkelijke compostering. Dan laten we het geënte materiaal uitdruipen en slaan het op tot we voldoende massa hebben voor de compostering.

In het begin van de compostering hebben we voldoende zuurstof nodig om de broei op gang te brengen. De temperatuur kan oplopen tot 50-70ºC. Op dat punt aangekomen, drukken we de massa samen, waardoor de zuurstof opraakt. Het proces gaat over in een zuurstofarme compostering. De temperatuur daalt.
Afhankelijk van de weersomstandigheden en de buitentemperatuur, duurt het ca. 3 tot 4 maanden voordat alle materialen zijn gecomposteerd. De temperatuur van de composthoop is dan gedaald naar 15-5 ºC.

Na dit proces kan de compost worden belucht, zodat voldoende zuurstof kan toetreden en zijn oxiderende werk kan doen. De compost kan nu rijpen. Deze rijpingsfase is belangrijk voor de omzetting naar bruikbare compost. Hoe beter de compost in dit stadium wordt belucht, hoe eerder de compost actief wordt. Inmiddels zal een broei uitblijven, omdat de omstandigheden daartoe niet meer aanwezig zijn.

Lees meer inhoudelijks op:
'Het composteren van grassen, hoe ik het doe.'
'Waarom dompelen met entvloeistof?'.
'Dompelen... in plaatjes.'

*

Stella.






Geen opmerkingen: